Jong geleerd

Jong geleerd

Wetenschap, technologie, techniek en wiskunde gerelateerde sectoren blijven worstelen met een ernstig gebrek aan gekwalificeerd personeel. Zou eerdere betrokkenheid bij schoolkinderen kunnen helpen om de talentkloof te overbruggen?

Jong geleerd | Hays Journal - Hays.nl
Leestijd: 7 minuten | Verschenen in Hays Journal 11

Het streven naar snelgroeiende, innovatieve en hooggekwalificeerde economieën brengt een verscherpte focus op het aanleveren van personen met vaardigheden op hoog niveau, op het gebied van wetenschap, technologie, techniek en wiskunde (ofwel: STEM, wat staat voor Science, Technology, Engineering en Mathematics).

Regeringen en sectoren over de hele wereld herkennen dat STEM beroepen van essentieel belang zijn om de productiviteit en het internationale concurrentievermogen te verbeteren. Het is de technische expertise in deze gebieden die dynamische groeisectoren, zoals geavanceerde productie, digitale economie en groene energie zal bevorderen.

Een uitdaging die deze sectoren al meer dan een decennium heeft achtervolgd speelt nog steeds; talenten binnen STEM zijn schaars. De mismatch tussen vraag en aanbod zal alleen maar groter worden naarmate de wereldwijde trends op het gebied van technologie, maatschappij, bedrijfsleven en milieu het vaardighedenlandschap blijven veranderen. Hierdoor worden de STEM vaardigheidseisen nog hoger. Grote aantallen STEM arbeidskrachten gaan ook richting de pensioengerechtigde leeftijd. Deze dubbele bedreiging kan een enorme tegenslag betekenen voor de economische ambities voor heel veel landen rond de wereld.

 

In het Verenigd Koninkrijk wordt in een rapport dat vorig jaar gepubliceerd werd benadrukt dat 43 procent van de vacatures voor professionals die werkzaam zijn in de wetenschap, onderzoek, techniek en technologie, moeilijk te vervullen zijn als gevolg van gebrek aan gekwalificeerd personeel – bijna twee keer het gemiddelde voor alle beroepen.

“Internationale benchmarking suggereert dat het Britse wetenschaps- en innovatiesysteem wordt gehinderd door zwakke plekken in het STEM talent,” aldus het rapport van de UK Commission for Employment and Skills, Reviewing the requirement for high level STEM skills.

Een deel van de oplossing om het tekort aan te pakken is het belang van die loopbanen benadrukken. Bijvoorbeeld, het rapport adviseert om meer gebruik te maken van hoogwaardige leerwerkplekken die beschikbaar zijn voor personen van 16 jaar en ouder. Maar dit is geen oplossing voor het gebrek aan talent op lange termijn dat nodig is om de behoeften van de beroepsbevolking te ondersteunen voor de komende decennia.

Loopbaanpaden in kaart brengen

Bedrijfsleiders hebben lang gesteld dat een eerdere interventie in het onderwijssysteem zou kunnen helpen om de kloof te dichten. Jongeren moeten bewust worden gemaakt van STEM-carrières en worden blootgesteld aan STEM gerelateerde leerervaringen vanaf de basisschoolleeftijd.

Allan Cook, een beëdigd ingenieur en Voorzitter van techniek en projectmanagement adviesbureau W S Atkins, zegt dat het van essentieel belang is om jonge mensen te betrekken bij STEM gerelateerd leren, ruim voordat ze keuzes moeten gaan maken over vakken voor schoolkwalificaties.

“Zelfs de middelbare school is te laat aangezien ze dan al gedeeltelijk begeleid worden in de richting van andere vakken,” voegt hij eraan toe. “Dat kan zijn omdat hun ouders moderne techniek niet volledig begrijpen of door het gebrek aan loopbaanadvies dat wordt aangeboden. Het tekort aan wiskunde- en natuurwetenschapdocenten in het onderwijs vormt ook een uitdaging.

“CODERING MOET EERDER GEPRIOTITEERD WORDEN, NET ALS LEZEN EN SCHRIJVEN" - Caroline Bosch, Honeywell

“De passie voor techniek bij kinderen moet worden aangewakkerd rond de leeftijd van acht of negen jaar. We moeten benadrukken hoe techniek is gemoderniseerd en nu veel meer gaat over software, kunstmatige intelligentie en systeemtechniek.”

Internationale kwestie

Het gebrek aan gekwalificeerd STEM personeel is een mondiale trend. In Australië onthult een PwC analyse, gepubliceerd in 2015, dat het verschuiven van slechts één procent van haar personeelsbestand naar STEM functies, AUD 57,4 miljard zou toevoegen aan het bbp (bruto binnenlands product). Maar het land loopt achter op een aantal belangrijke STEM indicatoren, zoals bijvoorbeeld het aantal universitair afgestudeerden. Bedrijven worstelen ook met het werven van werknemers met STEM vaardigheden.

Caroline Bosch, HR Directeur Pacific, bij elektrisch productiemultinational Honeywell, stelt vast dat de invloed van het gebrek aan STEM talent acuut gevoeld kan worden op nationaal niveau als het niet aangepakt wordt. “Dit is een serieuze kwestie voor Australië. De bijdrage van sectoren gebouwd op STEM vaardigheden is belangrijk voor economische groei en Australië zal, als het niet verbetert, in de komende jaren minder concurrerend kunnen worden. Het risico is dat het een natie van kopers en consumenten wordt in plaats van één van innovatoren en uitvinders,”zegt ze.

Bosch is het eens met Cook dat een deel van de oorzaak van beperkte benutting van STEM ligt in het feit dat schoolkinderen niet vroeg genoeg betrokken worden bij de vakken. “Er is geen reden waarom schoolkinderen niet zouden moeten beginnen met codering, computervaardigheden en robotica op vijfjarige leeftijd, als zij beginnen met school. Codering moet eerder geprioriteerd worden, net als lezen en schrijven. Momenteel wordt dat soort leren niet breed geïntroduceerd tot de leeftijd van 11 of 12 en dat is te laat volgens sommige artikelen en onderzoek gerelateerd aan dit gebied. Tegen de tijd dat een kind 15 jaar is kiest hij of zij de vakken die uiteindelijk de vervolgopleiding bepalen en mogelijk ook hun loopbaan,” voegt ze toe.

“Omdat techniek een brede studierichting is die zoveel verschillende vaardigheden en functies omvat, zou het goed zijn als er meer informatie beschikbaar zou worden gesteld aan schoolkinderen, ouders en loopbaanadviseurs.”

Initiatieven om te inspireren

Programma’s met als doel kinderen te inspireren op het gebied van STEM vakken bestaan al een aantal jaren. Deze programma's betwisten de perceptie dat ze alleen toegankelijk zijn voor de slimste leerlingen. De F1 in Schools Challenge is een Brits initiatief dat wereldwijd massale interesse heeft gewekt. Het zorgt ervoor dat kinderen spelenderwijs leren, er zit een stukje competiviteit in en uiteindelijk kunnen ze 'de ingenieurs van de toekomst' ontdekken.

Het wordt beschreven als een leerzame ervaring welke gebruik maakt van de magnetische aantrekkingskracht van de Formule 1. Scholen stellen teams op om een toekomstige F1 auto te ontwerpen en leren over IT, natuurkunde, aerodynamica, ontwerp en productie, evenals over belangrijke vaardigheden zoals merkontwikkeling, sponsoring, marketing, leiderschap/teamwork en financiële strategie.

Studenten tussen de negen en 19 jaar kunnen regionaal, nationaal en internationaal strijden. Bewust van het feit dat het sturen op een nog jongere generatie van essentieel belang is, heeft de onderneming zonder winstoogmerk ook een Jaguar Primary School Challenge opgezet voor kinderen van vijf tot 11 jaar.

Oprichter en Voorzitter Andrew Denford zegt dat het evenement nu een bereik heeft van 46 landen: “We hebben een wereldwijd bewustzijn gecreëerd voor carrières in techniek. In het Verenigd Koninkrijk zijn de afgelopen paar jaar de STEM aanmeldingen op academisch niveau toegenomen en de cijfers op het voortgezet onderwijs zijn ruim verbeterd, betreffende natuurkunde en wiskunde. Dat komt niet alleen door ons, maar ik geloof wel dat we daar ons steentje aan hebben bijgedragen.”

“Over de gehele linie verbeteren we de inzetbaarheid van de betrokken kinderen. Deelnemende studenten hebben nu een ander niveau van vertrouwen in vergelijking met 15 jaar geleden toen de F1 in Schools Challenge begon.”

W S Atkins heeft eigen stappen ondernomen om STEM vaardigheden bij jongeren te verbeteren. De firma heeft ongeveer 175 STEM ambassadeurs aangesteld (Cook is er één van) om met scholen te werken om carrière mogelijkheden te promoten en te praten over de werkelijkheid in plaats van over misverstanden.

“Jonge afgestudeerden die in gesprek gaan met jonge kinderen over wat ze doen en hoe ze daartoe gekomen zijn, is een krachtige en inspirerende boodschap,” legt Cook uit.
Bosch stelt dat er een scala aan mondiale programma’s zijn geïmplementeerd bij Honeywell om vroeg talent te vormen en om de belangstelling van scholieren in STEM carrières aan te moedigen.

Eén initiatief, HE@SA (Honeywell Educators at Space Academy), pakt de kwestie aan vanuit het perspectief van de docent. Natuurkunde en wiskunde docenten op de middelbare school kunnen in de VS deelnemen aan een astronauten-trainingsprogramma van een week, om te leren over wetenschap en ruimteonderzoek. Dit helpt hen nieuwe onderwijsmethoden op te doen om in de klas te gebruiken, en het stimuleert wetenschapsonderwijs en wekt interesse. Sinds 2004 zijn meer dan 2.375 docenten uit 55 landen ‘afgestudeerd’ voor het programma.

Hogere ondersteuning

Volgens de Confederation of Business Industries (CBI), zijn alleen al in het Verenigd Koninkrijk meer dan de helft van de techniek, hoogtechnologische, IT en wetenschapsorganisaties betrokken bij scholen om STEM-onderwijs te promoten. Er is duidelijk geen gebrek aan initiatieven, maar het gebrek aan talenten blijft hardnekkig bestaan. Hebben deze projecten beperkt succes?

Cook waarschuwt dat hier niet te kortzichtig over gedacht moet worden. “Er is geen twijfel over mogelijk dat we sneller vooruitgang zouden moeten boeken, maar dit is een probleem dat gedurende decennia is ontstaan. We moeten een langeretermijnaanpak aannemen om de opvattingen te veranderen. Het begint absoluut bij onderwijs op jonge leeftijd zodat jongeren barrières kunnen overwinnen, zoals het gevoel dat deze vakken te moeilijk voor ze zijn of dat het een achterhaalde sector is. We moeten ons voortdurend blijven inspannen om impulsen te blijven geven.”

Denford geeft toe dat meer overheidssteun voor initiatieven zoals die van hem zou helpen voor verdere vooruitgang. De F1 in Schools Challenge wordt belemmerd door een gebrek aan hulpmiddelen. Scholen die geen budget hebben om te investeren in materialen kunnen het simpelweg niet aanbieden, dat is een noemenswaardige belemmering voor de toegankelijkheid voor kinderen van verschillende achtergronden en het verbeteren van de diversiteit in STEM sectoren.

Denford zegt: “Opeenvolgende regeringen houden van wat wij doen maar stellen geen financiële middelen beschikbaar.” Bosch erkent ook dat de regering een rol moet spelen in het helpen om jonge geesten geïnteresseerd te krijgen in – en te inspireren voor – STEM vakken. Uiteindelijk stellen ministeries het lesprogramma samen, en om de beroepsbevolking toekomstbestendig te maken, is dit waar ze verandering tot stand kunnen brengen, zegt ze.

“Als we een hoogwaardige kennis en innovatieve economie nastreven, dan moet deze kwestie niet alleen door bedrijven aangepakt worden,” voegt ze eraan toe.

“We moeten allemaal verantwoordelijkheid nemen voor dit probleem; scholen, universiteiten, ouders, ondernemingen en degenen die het onderwijsbeleid maken.”

Dit artikel is verschenen in Hays Journal 11

block volg hays op social

Volg Hays op social media

Follow Hays on LinkedIn - Hays.be
Volg Hays op Facebook - Hays.nl
Volg Hays op Instagram - Hays.nl

Block SFMC contact fomr

Neem contact op voor een vrijblijvend adviesgesprek

  •  
    Door dit formulier in te vullen bevestigt u dat u op de hoogte bent van ons Privacybeleid waarin wordt uitgelegd wat we met uw persoonlijke gegevens doen.

     

block ik heb een vacature

Ik heb een vacature

Wij geloven dat de juiste kandidaat een organisatie kan veranderen.